Open normen in het huurrecht

In dit boek wordt gekeken naar de werking van drie open normen (de redelijkheid en billijkheid, goed huurderschap en het onredelijk bezwarende beding) tegen de achtergrond van het huurrecht. Er is onder meer in kaart gebracht welke ruimte de wetgever inzake de drie voornoemde open normen aan de huurrechtpraktijk biedt. Daartoe wordt inzicht gegeven in het wetgevingsbeleid, met name waar dit ziet op de afweging tussen enerzijds de positieve en anderzijds de negatieve aspecten van de codificatie van open normen. Het doel van het onderzoek is het verschaffen van meer inzicht in de werking van open normen in de rechtspraktijk van het huurrecht door een verkennend onderzoek naar de effecten van de drie genoemde open normen. Die werking wordt onderzocht aan de hand van twee belangrijke en min of meer tegengestelde effecten van open normen, ruimte en onzekerheid. Aan de hand van literatuur, wetsgeschiedenis, rechtspraak en de resultaten van een enquête wordt antwoord gegeven op de vraag in welke mate de ruimte die de open normen aan rechters en partijen bieden varieert en in welke mate de rechtsonzekerheid die de drie open normen mogelijk veroorzaken varieert. Daarbij wordt ingegaan op de implicatie van deze variatie en op de beoordeling daarvan in de rechtspraktijk